Deelgemeente KERKOM

        

Kerkom maakte, samen met Kumtich, Roosbeek en Meensel, deel uit van een domein dat omstreeks 840 door Lodewijk de Vrome, zoon van Karel de Grote, geschonken werd aan de abdij van Kornelimünster of van Inde in de omgeving van Aken.

 

Zusters van de Orde der Cisterciënzers, later van ‘La Ramée’ genoemd, kregen van die abdij een aanzienlijk leen in Kerkom waarop zij een klooster oprichtten met kerk en nabijgelegen graanschuur.

Toen de graven van Leuven Brunengeruz in bezit namen, eigenden zij zich ook de voogdij over de kloostergemeenschappen toe.

Op grond hiervan gaven zij het domein in kwestie in onderpacht aan één van hun trouwe vazallen, die dan ‘van Kerchem' genoemd werd.

Vervolgens ontstonden in Kerkom, onafhankelijk van de rechten van de Abdij van Kornelimünster, naast het ‘Leenhof van Kerkom’ nog andere cijnshoven waarvan de voornaamste ‘Bijvoorde’ en ‘Velphoven’waren.

 

Enkele cijfers:
 

31/12

OPPERVLAKTE

AANTAL GEZINNEN

TOTAAL INWONERS

2001

684 HA

432

1.139

2011

486

1.221

2013

491

1.259

2014

493

1.265

 

 

Het wapenschild van Kerkom

Het koninklijk besluit van 22 maart 1920 schonk aan Kerkom het wapen van zijn eerste heren: “een veld van sabel (zwart) met het schildhoofd van goud beladen met drie palen van keel (rood).  Het schild wordt gehouden door een Sint- Martijn van Tongeren van zilver”.

Het veld van sabel zou er kunnen op wijzen dat ook zij afstamden van één van de zeven Leuvense geslachten, namelijk de Gielissen, gesproten uit de 6de dochter van Bastijn de Groote en Salomon Gielis (Judith).

Velpeleven interactief